Tante zag de zee nooit

Tante zag de zee nooit

Onder dit beeld vind je de uitleg bij het lied en de liedjestekst.
More Details
In augustus 2019 stuurde onze bassist Mathias me een lied door dat hij net geschreven had. Ik viel instant voor het bezwerend-repetitieve van de synths in combinatie met de melancholische partij van de elektrische gitaar. De woorden leken vanzelf te komen. Ik dacht aan mijn tante Mia die een jaar tevoren was gestorven. Mia was altijd bij haar moeder blijven wonen, had geen kinderen, had zelfs nooit een man gekend. En wat me altijd had bevreemd: ze had nooit de zee gezien. Ooit stelde mijn zus haar voor om een dagje naar het strand te rijden, maar ze wees het aanbod vriendelijk af. Ze voelde zich het best in de veilige haven van haar ouderlijk huis.
In mijn jeugd kregen we daar op zondagmiddag wel ’s tafelbier voorgeschoteld, dat door ons smurfenbier werd genoemd. Ik herinner me levendig dat er een lachende smurf op het etiket stond afgebeeld, maar dit moet mijn fantasie zijn, want online kon ik nergens een smurfen-etiket terugvinden, en mijn zus verzekerde me dat ze nooit een smurf op zo'n fles heeft gezien.
TANTE vormde het begin van een nieuwe muzikale route die ik met de band wilde bewandelen richting ons vijfde album. Niet toevallig werd het dan ook de openingstrack van PLEISTERPLAAT.

 

TANTE ZAG DE ZEE NOOIT

Tekst: Lennaert Maes

Muziek: Mathias Moors

beeld: Vicky Bogaert

 

tante zag de zee nooit

ze woonde in een Brabants dorp

onder een kastanjeboom

met wat kippen en een schaap

tante zag de zee nooit

 

tante zag de zee nooit

en ze liet geen kinderen na

ze bleef wonen bij haar moeder

en ze praatte met de wind

tante zag de zee nooit

 

maar als kind was het zo fijn

we speelden kaarten en we lachten

’s middags was er smurfenbier

en ik kreeg twee grote glazen

 

tante zag de zee nooit

ze zat uren voor het raam

en ze praatte met de vogels

en met de beestjes in haar hoofd

tante zag de zee nooit

 

maar als kind was het zo fijn

we speelden kaarten en we lachten

’s middags kwam het smurfenbier

en ik dronk twee grote glazen